Nu online scholing, straks een mix

“Jezelf ontwikkelen via online lessen was al in opkomst”, vertelt Carlo den Herder, docent Nederlands. “Zeker grote kinderopvangorganisaties gebruiken het geregeld om hun medewerkers bij te scholen. Je ziet nu dat ook medewerkers bij kleinere organisaties noodgedwongen digitaal lessen moeten volgen. Dat is in het begin spannend, maar we krijgen vooral enthousiaste reacties. Ook de deelnemers die digitaal iets minder vaardig zijn, leren snel.”

E-learning op maat

Margot Glashouwer geeft onder andere de VVE-basistraining. “Toen duidelijk werd dat fysiek bij elkaar komen voorlopig niet kon, ontwikkelden we E-learningmodules. Op een speelse manier vertaalden we de theorie en praktijkopdrachten naar een online lesprogramma met tekst, filmpjes en bijvoorbeeld animatie. Daarmee werken de deelnemers individueel. Dit combineren we met online bijeenkomsten waarin ik extra uitleg geef, we de praktijkopdrachten bespreken en ervaringen uitwisselen.” Hoewel ze allemaal de fysieke bijeenkomsten missen, zijn ze verrast door de mogelijkheden. “Ook online in kleine groepjes samenwerken, ieder vanuit eigen huis, gaat prima. En ik kan me voorstellen dat introverte mensen makkelijker iets delen tijdens de gezamenlijke videochat, dan in de groep op locatie.” 

 Aantrekkelijk voor kleinere organisaties

“Online kun je lessen beter afstemmen op het niveau van de individuele deelnemer. Extra oefenmateriaal, sneller door de stof of misschien een opfriscursus? Digitaal maatwerk is mogelijk. En je kan aan de slag wanneer het jou uitkomt”, vertelt Carlo over de kansen. Carlo begeleidt op dit moment meerdere groepen bij de 3F-taaltraining. “Deze vorm van scholing is ook aantrekkelijk voor kleinere organisaties. We kunnen een virtuele klas samenstellen met deelnemers vanuit het hele land. Zo kom je makkelijker aan een volledige groep om een training te starten.”

Combineren met bijeenkomsten en coaching

De trainers zien ook uitdagingen bij de online leermethoden. “Vanmorgen startte ik met een nieuwe groep en deden we eerst een digitaal voorstelrondje”, vertelt Carlo. “Dat gaat na enige aarzeling ook prima, maar ik mis het bij elkaar zijn op zo’n moment wel. Zeker bij de 3F-taaltraining waarin communicatieve vaardigheden belangrijk zijn, heb je menselijk contact nodig. Pas als je tegenover elkaar zit, kun je een band opbouwen, en kan ik als trainer met elke deelnemer goed toewerken naar het mondeling examen. 

Blended learning: een flexibele mix

“Daarom zie ik vooral een toekomst voor blended learning, een mix van een digitale leeromgeving, online en fysieke bijeenkomsten, en een-op-een coaching”, stelt Carlo. Deze voorkeur komt ook naar voren uit een enquête onder pedagogisch medewerkers. De meerderheid kiest voor een combinatie van online en klassikaal. “Hoe je die mix invult, hangt af van het onderwerp en de persoonlijke wensen van de deelnemer.” Samen met WerkendLeren ontwikkelt Carlo op dit moment een compacte training als voorbereiding op het mondeling examen van de 3F-taaltoets. “Daarin maken we al zo’n mix. Het voorwerk doe je in een online module, en daarna maken we een afspraak om in real life te oefenen.” Ook Margot verwacht dat blended learning nu sneller gemeengoed wordt. “Deze situatie geeft ons de kans om te ervaren hoe online leren gaat. Ik ben er trots op dat het deelnemers lukt en dat ze enthousiast zijn. Tegelijk kijk ik uit naar onze eerste fysieke bijeenkomsten.”